dinsdag 11 september 2012

Zoektocht naar een vorig leven

Beste Bram,

Ik schrijf je een paar dagen later dan voorzien maar het is altijd zo druk hier, ja, ook hier in de Westhoek. Acht jaar al... Ik schrik me rot, acht jaar al sinds je daar in Italië het leven liet. "Het" leven zeg ik maar jij dacht eerder "dit" leven want je wist dat je er nog een paar te goed had, zoals je ook wist welk je voor dit leven had geleid.
Ik was erbij toen je voor 't allereerst "vreemde gewaarwordingen" had gekregen in de frontstreek, hier, rond Ieper. Ik werkte voor de radio en kwam een reportage maken over jou terwijl je bezig was met het draaien van de televisiedocumentaire "Duizend Bommen en Granaten". We hadden afgesproken bij het graf van John Condon in Poelkapelle en later die avond in Ieper. Toen vertelde je dat bizarre verhaal dat je, na ons gesprek, daar op die begraafplaats in Poelkapelle, in slaap was gevallen. Jij niet alleen maar de hele televisieploeg en dat jullie pas een uur of meer later opnieuw wakker werden en dachten dat er nauwelijks vijf minuten waren voorbij gegaan. De lage avondzon sprak dat tegen. Rare jongens, die Nederlanders, dacht ik toen. Het was 1990.
Zes jaar later. Broer Piet en ik hebben een brievenboek afgewerkt over de dichters die in de Ypres Salient streden en erover schreven. Het lijkt onwaarschijnlijk nu, maar zelfs de Britse War Poets waren toen nauwelijks bekend in Vlaanderen. Alleen het gedicht "In Flanders Fields" van John Mc Crae kende iedereen, van buiten. Ik had via de radio contact met je gehouden. Het waren jouw gloriedagen in Vlaanderen met twee fantastische CD's: "Vriend en Vijand" en "Achter mijn ogen". Ik draaide ze grijs in mijn programma's en je was vaak live te gast. Het leek me een aardig idee om jou te vragen om ons boek in te leiden, al was ik niet zeker of je nog wel in die Groote Oorlog geïnteresseerd was gebleven. Het is daar, die bloedhete avond in augustus van 1996, op de trappen van het kasteel van Zonnebeke, dat jij voor het eerst iets heel vreemd verkondigde. Het boek was mooi en interessant maar "ik hoef het niet te lezen", zei je, "mij hoef je die vreselijke dingen niet te vertellen, want ik was erbij..." Ik zag vreemde blikken in het publiek en de reacties op jouw rede waren eerder gekenmerkt door verwarring dan door herkenning, laat staan erkenning.
Je zoektocht naar dat vorige leven heeft je niet meer losgelaten en het beeld werd steeds scherper, de meewarige blikken en handgebaren ("zot!") steeds luider en heftiger. Je bleek een Waalse officier te zijn geweest in het Belgische leger. Ik wist eerlijk gezegd ook niet wat ik ermee moest maar je vertelde het met verve en je schreef er prachtige liederen over voor je album "Oorlog aan de oorlog".
Vlaanderen omarmde je, terwijl je in Nederland toch vaak de mindere, soms zelf mislukte helft van "Neerlands Hoop" zou blijven. En toch zal jouw liefde voor de Westhoek en de bezetenheid waarmee je schreef, filmde en zong over de Eerste Wereldoorlog, er niet helemaal vreemd aan zijn dat het leger Nederlanders dat tegenwoordig elk jaar naar Ieper komt, in 15 jaar tijd tig, zoals Nederlanders dat zeggen, tig keer groter is geworden. Heeft iemand je daar ooit voor bedankt, Bram? Of bleven ze je toch maar een rare Hollander vinden, met een veel te grote bek en een te luide lach? Die lach van je, Bram, ik kan hem zo weer oproepen. En hij zat nog in mijn oren van op het festival in Dranouter, toen dat onwaarschijnlijke bericht kwam. Uit Italië, 4 september 2004.
Maar weet je, met al jouw bizarre verhalen over reïncarnatie, heb ik soms ook gewoon het gevoel dat je er nog bent. Je bent erbij, Bram. Wanneer drinken we nog es wat en lachen we wat af?

Wim

Geen opmerkingen:

Een reactie posten