maandag 4 juni 2012

GEFUSEERD

Beste Sandy,
De hele week is er gekibbeld en gepalaverd over de grootte en de leefbaarheid van Belgische gemeenten. Een heer van een clubje Vlaamse bedrijfsleiders (VOKA) zei dat gemeenten die minder dan twintigduizend inwoners hebben,  niet levensvatbaar zijn. Ongetwijfeld zijn daar economische argumenten voor te vinden. Omzet, kritische massa, kostenbaten, dat soort vrolijke termen. De hele Belgische pers komt dan natuurlijk bij jou terecht, als burgemeester van het kleinste stadje van België, met  net geen duizend inwoners. Jij lacht dan eens breedkaaks, wat dat betreft heb je je smoeltje wel mee (om het met Raymond te zeggen), maar je zegt misschien ook wel rake dingen over kleinschaligheid en de nabijheid van het beleid.
Ik ben opgegroeid in een relatief klein dorp dat in 1976 fuseerde met Poperinge. Dat blijkt nu dus één van de drie gemeenten in de hele Westhoek die, volgens mister Voka, levensvatbaar kan zijn. Met de hakken over de sloot hoor, want bij mijn weten zit Poperinge heel niptjes onder die twintigduizend inwoners. Op mijn zestiende werd ik dus plots, zonder te verhuizen, Poperingenaar. Nou ja, zo heet dat dan. En het viel me niet zwaar want ik had ondertussen ook al mijn Reningelsts liefje ingeruild voor een meisje van 't stad en door 't school en klap lopen in Poperinge, raakte ik ook wel een beetje vergroeid met de stad.
Toch blijf ik in de eerste plaats Reningelstnaar, of misschien wel van de Zevekote want die van de Ouderdom voelen zich toch ook weer wat anders dan die van de platse en die van de Busseboom, ja dat zijn ook andere en die van de Visserijmolen, oei, oei, dat zijn polderjongens, terwijl wij al tegen de bergen  aan schurken...
Ik kom wel eens in Noord-Frankrijk, waar iedere negorij, een kerk en zeven huisjes eromheen, zijn eigen maire heeft. Die heeft zijn kantoortje in de Mairie waar hij ook nog een paar adjoints-au-maire heeft rondlopen. Ze hebben het allemaal vooral druk met hun boerderij, hun winkeltje of de boulot in de fabrique in de buurt van Lille. En toch zijn de wegen hier ook nog berijdbaar, heeft iedereen er elektriciteit en betalen ze allemaal belastingen. Veel hebben die burgemeestertjes niet te zeggen, allicht. Er zijn intercommunales die hen veel werk (en bevoegdheden) uit handen nemen. De mannetjes en vrouwtjes met hun bleu-blanc-rouge sjerp zijn bijna zo folkloristisch als de reus die elk van die negorijen ook heeft. Op beide zijn de bewoners even trots en er heerst nog een soort eigenwaarde in Oxelaere, Arneke of Crochte. "C'est à nous!" Bij ons moet die officiële eigenwaarde komen van bewonersplatforms die dikwijls moeite hebben om boven de klaagzooi uit te komen.
Ach, ik weet het niet. Provincies afschaffen maar dan weer gemeenten maken die lijken op kleine provincies. Blijven we zo niet bezig? Levensvatbaarheid is één ding, maar daar kan je aan verhelpen. Provincies maken bijvoorbeeld... Beleid voeren met een menselijk gelaat is een ander ding. En dat zal bij jou in Mesen wel gemakkelijker zijn dan bij Patrick in Antwerpen of Daniel In Gent. Hoewel, als je die twee alleen al vergelijkt, weet je 't wel.
Veel groeten van op de Zevekote, bij uitbreiding ook Reningelst-Poperinge-West-Vlaanderen-Vlaanderen-België-Europa en ochere, een onnozel planeetje van twee keer niks,

Wim


Geen opmerkingen:

Een reactie posten