dinsdag 14 januari 2014

Boarebreker

Beste Jan,

We deelden de liefde voor de zee. Ik mis ze zo dikwijls want ik woon "in de bergen". Jij moest ze lange tijd missen toen je in Maldegem-Donk woonde. We lieten geen kans voorbij gaan om naar zee te trekken om er reportages te maken voor Studio West. Ik hield het vooral bij het strand en het aanrollende water. Jouw blik en jouw liefde ging ver voorbij de branding, voorbij de horizon zelfs. Dat was het verschil tussen jij en ik: jij had zeebenen, ik werd al misselijk bij 't idee dat ik aan boord moest gaan van een varend tuig. Jij had niet voor niets vissers in de familie, ik alleen maar mensen die aan de wal hun brood verdienden aan 't kusttoerisme.
Dat was ook het verschil tussen ons als journalist. Ik had voldoende aan een plasje water (een kelle) om wat in te stoeien. Jij wilde door de branding, de volle zee in. Je nam geen genoegen met hier en daar een brokje informatie, je wilde het hele verhaal kennen, je wilde voorbij het omfloerste gewauwel van politici en het voorzichtige geneuzel van woordvoerders en raadsmannen. De waarheid blootleggen was je missie en de objectiviteit was daarbij heilig (ook al had je soms de pest aan "de stem van de andere kant"). Ik kon aan de slag met wat flarden en maakte er onderhoudende dingetjes mee. Precies daarom vulden we mekaar zo wonderwel aan. Je gedrevenheid om de "baren te breken", om tegen de storm in het zeegat uit te geraken, bewonderde ik mateloos. Twee dagen nog voor je op pensioen ging, rende je de redactie uit omdat er één of ander gebeurd was in de haven van Zeebrugge. Wij dachten: "Jan toch, laat het nu even, we pakken de telefoon wel, we waren net zo gezellig aan 't kletsen". Dat was jouw aard niet. Dat van dat kletsen wel, wat was je een gezellige verteller! Maar, je was een journalist in hart en nieren en dat bleef je trouw tot op je laatste dag. Gedreven om een goed, informatief programma te maken, als een golfbreker in de branding. Toch hield je ook van de franjes, van de badinerende praterijtjes (van Dominiek), van de lollige spelletjes die ik maakte, de reportages met een aparte twist (van Ann en Sabine) de typetjes die commentaar leverden, ook bij jouw nieuwsverhalen, enz.
Het moet een bijzondere dag geweest zijn, toen je weg mocht uit Donk en jij en Lieve opnieuw in Blankenberge belandden, met zicht op de haven en... de zee, eindelijk. Jij en Smierl (je sportvissersschuitje) op volle zee, dat moet het einde zijn geweest.
Het klinkt bijna als een misselijke grap dat jij uitgerekend tijdens een zwempartijtje bent omgekomen. Of moet zo'n zeejongen als jij niet op 't droge, in een bed sterven? Ik vernam je dood toen ik zowaar over de grote zeesluis reed in Zeebrugge. Symbolischer kon het niet. Hoe kan ik je even herinneren in deze momenten? Een pijp stoppen misschien? Hoeveel papiermanden heb je in de fik gestoken door die achteloos uit te kloppen op de redactie? Ik zal ze oproken en dan voor alle zekerheid... versmoren in een kommetje water.

Vaar (!) wel Jan,

Wim

Geen opmerkingen:

Een reactie posten