donderdag 30 augustus 2012

DE TRADITIE VAN MONDGYMNASTIEK

Geachte Gerard Vermeersch,

"Avelgem, djudedju..." Dat zeggen mensen altijd als uw naam valt. Ik durf u niet te tutoyeren, daarvoor was u misschien te zeer van een andere generatie. Van 1923, dat is maar drie jaar jonger dan mijn vader maar u bent wel meer dan 25 jaar vroeger gestorven. Ik heb u één keer live meegemaakt, in de patronagezaal van Reningelst. Dat was toen nog een bescheiden cultuurtempeltje waar het plaatselijke Davidsfonds Heuvelland (jawel, Heuvelland...) kleine iconen van het Vlaamse theater en de kleinkunst naartoe haalde. Jan de Wilde, Miek & Roel, Hugo Raspoet, Theater Ivonne Lex, Het Reizend Volkstheater, noem ze, de coryfeeën van toen en ze hebben er gestaan, in die patronage. En dus ook u, meneer Vermeersch. U was éénoog in het land der blinden, als conférencier/cabaretier had u geen concurrentie in Vlaanderen en dus heetten uw collega's Toon Hermans of Wim Sonneveld. U had de mosterd ook daar gehaald. U vertelde nog een goed verhaal, u werkte nog aan de ontwikkeling van een sketch, met verrassende wendingen en een échte pointe. Dat is wat anders dan die stand-up comedians die menen al grappig te zijn bij het uitstoten van de naam van een politicus of een lid van de koninklijke familie. Of die hufterige oneliners aan elkaar rijgen zonder ook maar één moment de indruk te wekken dat ze een "programma" hebben. Ze trekken een blik grappen (bemerk de cursieve druk) open en als de klok te traag voorbij tikt, trekken ze een tweede blik open, met een iets meer belegen inhoud maar whatthefuck... Respect tonen voor je publiek hoort niet bij een stand-upper, toch? Maar pas op, het begint te dagen en de vakmannen snappen ondertussen dat het "wat meer mag zijn". Wim Helzen krijgt dan toch nog gezelschap in Vlaanderen.
Maar, ik schrijf u eigenlijk helemaal niet om, via u, de hedendaagse Vlaamse grappenmakers neer te sabelen, meneer Vermeersch. Ik schrijf u omdat straks op 1 september het schooljaar opnieuw begint, ook voor mij als directeur van de Kunstacademie. Ik ben daar, onder andere, directeur van de woordafdeling. Terwijl ik, als kind en tiener, nooit zelf naar de academie ben geweest! Wat een blasfemie, zal u zeggen. Wel nee, meneer Vermeersch, want u startte zelf een traditie in de colleges van Ieper en Poperinge waarbij er een belangrijke plaats op het uurrooster was weggelegd voor het vak "dictie". Die traditie werd ook na uw vertrek en later uw dood, in die colleges voortgezet. In die zin had ik deze brief ook kunnen openen met "Beste Roger en Jacques", ja kijk, die mensen durven ik dan toch, zij het met enige schroom, tutoyeren. Zij bezorgden mij hét lesuur om naar uit te kijken. Ze ramden de vette "e", "i" en "u" uit ons gehemelte, gaven ons tongbrekers als mondgymnastiek maar maakten ons vooral ook vertrouwd met lichtvoetige poëzie en flarden toneel, waar je volop spelplezier aan kon beleven. Ziet u, meneer Vermeersch (en Roger en Jacques), zo maakten jullie zo'n afdeling Woord aan een Muziekschool, quasi overbodig. En al helemaal voor jongetjes van "de buiten", zoals ik er een was. Dat is een pluim voor u en uw volgelingen maar het zegt natuurlijk ook veel over de tijdsgeest en het belang dat men toen nog hechtte aan de totale ontwikkeling van de mens. De homo moest niet alleen sapiens zijn, hij mocht ook ludens zijn, smaak hebben, engagement tonen, een geweten hebben en van  alle markten (een beetje) thuis zijn.
Sinds de economie het onderwijs dicteert en de grabbelcultuur hoogtij viert, is uw soort, meneer Vermeersch, quantité négligable geworden en kan alleen de afgebladderde verf aan de muren van de patronagezaaltjes overal ten lande nog vertellen over die tijd dat het volk nog naar 't theater geschopt werd. In zo'n tijden is de Kunstacademie waar straks een nieuw schooljaar begint, onontbeerlijk, haast levensnoodzakelijk geworden. Waar anders wordt "schoonheid" nog een beetje ernstig genomen?
Bedankt meneer Vermeersch en mocht het u van dienst zijn, de Kwaremont is weer dicht,
Wim

vrijdag 3 augustus 2012

SPOTS OFF WEST

Beste Frank en maten van Open Doek,

Ja, 't was een beetje een cultuurschok toen ik van bij jullie op Spots op West diezelfde zondag nog vertrok naar de Provence. De volgende middag liepen we door Avignon door een woud van affiches voor theatervoorstellingen, geplakt op karton en gebonden rond hekken, lantaarnpalen, brugrelingen, verkeersborden tot standbeelden en levende mensen toe. Ik kwam van een theaterfestival en ging naar volgend. Kleiner kon de overgang niet zijn? Nee, groter kan je je ze niet indenken. Jullie gingen er prat op dat je op vier dagen tijd meer dan 100 voorstellingen kon aanbieden. Weet je dat dat er een pak meer zijn dan op het festival van Avignon? 't Is te zeggen op het officiële festival. Dat festival waarvoor je, vermoed ik, achterpoortjes moet kennen om er kaartjes voor te bemachtigen. Wij slaagden er alvast niet in, ook niet op de eerste dag van de ticketverkoop... Maar het is niet dàt festival waarmee de bezoeker in Avignon wordt geconfronteerd. Wat zeg ik: geconfronteerd? Waarmee ze je om de oren slaan, dat je in je gezicht krijgt geslingerd. Nee, dat is het Off-festival. Het niet-officiële festival waar theatergezelschappen van over heel de wereld een plaatsje hebben bemachtigd in één van de meer dan honderd theaters, al of niet geïmproviseerd in een loods of gewoon in een binnentuin. Op Aviginon Off staan per dag soms meer dan DUIZEND voorstellingen geprogrammeerd. Echt waar. Op 11 juli: 1019 spectacles, op 19 juli 1035 en op 21 juli liefst 1038 spectacles. Er zijn ook zwakke dagen met maar 931 voorstellingen, op 23 juli... Ik wil maar zeggen, de proporties van dat festival van Aviginon, dat kan een mens zich niet voorstellen. Op die bewuste 21ste juli begint de eerste voorstelling dan ook al om 9u20 en om middernacht starten nog 3 zogenaamde spectacles... In 't Totaal werden zo'n 50.000 tickets verkocht.
Waarom schrijf ik je dit allemaal, Frank? Om "Spots op West" belachelijk te maken? Belange niet. Want, als het een troost mag wezen: we hebben fantastisch prachtige dingen gezien in Avignon maar ook héél erg zwakke voorstellingen, van dat Frans geleuter, intellectuele worstendraaierij, tètètè en blablabla maar waar gaat het over? Ken je 't? En dan zijn we nog niet eens naar één van die honderd voorstellingen gaan kijken die de Franse evenknie van "Tante Jutta uit Calcutta" zijn, Franse flutcomedies van treize in een douzaine.  Wat dat betreft heb ik de indruk dat je je op "Spots op West" veel minder kan mispakken aan een voorstelling. Jullie kwaliteit ligt, voor zover ik dat kan inschatten, vrij hoog. Maar wat ik wél mis bij jullie is het festivalgevoel en het engagement van de groepen. Je kan in het tweede weekend van juli door Westouter rijden en, als je niet écht goed kijkt, niet weten dat er een festival aan de gang is. En dan is er dat engagement van de groepen. In Avignon word je om de meter van zodra je binnen de stadsmuren bent, aangeklampt door flyeraars, straatkunstenaars en hele gezelschappen die een soort "trailers" voor hun voorstelling spelen om je toch maar in hun zaal te krijgen. De reden daartoe is simpel: elk gezelschap in heel West-Europa wil dolgraag op Avignon staan, dit jaar en liefst opnieuw volgend jaar. Maar wie voor een lege zaal speelt, mag een uitnodiging voor volgend jaar wel vergeten. En dat is wat Avignon Avignon maakt, dat bijna gênante maar dan ook weer ontroerende  dingen naar de gunst van het publiek. Wie in Westouter speelt, doet dat allicht ook liever voor een volle zaal maar het zal hem, haar of hen in feite worst wezen of de keet draait of niet. Ik weet wel dat er een artistiek eergevoel is dat sterk meespeelt, maar dat bijna noodgedwongen engagement is er niet. Misschien moeten jullie wel, zoals Avignon, een piepklein officieel "Spots op West" programmeren en een groots "Spots Off West" in het leven roepen. Just for the fun!
Ik wens jullie alvast een boeiend toneelseizoen toe,

Wim